Honden en katten zijn de meest gehouden huisdieren in Nederland. Het is dan ook niet zo vreemd dat we vooral deze dieren behandelen in onze kliniek. Toch zien we de laatste decennia ook steeds vaker andere diersoorten op het spreekuur verschijnen.
Alle diersoorten die geen hond of kat zijn, vallen in de diergeneeskunde onder de noemer ‘bijzondere dieren’. Denk hierbij aan vogels, reptielen en amfibieën, maar ook aan zoogdieren als ratten, fretten, cavia’s en hamsters.
Omdat de geneeskunde van vogels en bijzondere dieren een totaal andere tak van diergeneeskundige sport is, is het soms lastig een dierenarts te vinden die uw bijzondere huisdier kan helpen. Gelukkig zijn in onze kliniek ook vogels en bijzondere dieren van harte welkom!
Uiteraard is het belangrijk een bezoek te brengen aan onze kliniek met uw halsbandleguaan, agapornis of gerbil als deze ziek is, maar ook voor bijzondere dieren die recent zijn aangekocht is het advies langs de kliniek te komen. Door uw pas aangekochte dier te laten keuren, weet u zeker dat uw nieuwe huisgenoot gezond is en geen (nog onzichtbare) ziekten onder de leden heeft!
Ondanks dat bijzondere dieren niet jaarlijks gevaccineerd hoeven te worden, raden wij aan jaarlijks langs de kliniek te komen voor een jaarlijkse check-up. Op die manier bent u er zeker van dat uw dier nog gezond is en kunnen we sneller de behandeling van ziekten starten (met als gevolg een hogere kans op genezing).
Het fret is een uitzondering op deze regel. Fretten dienen namelijk wél jaarlijks gevaccineerd te worden. Het gaat hier om de vaccinatie tegen hondenziekte en parvovirus. Deze raden wij aan op 9 weken leeftijd, 14 weken leeftijd en vervolgens jaarlijks te geven om uw fret zo optimaal mogelijk te beschermen tegen deze levensbedreigende infectieziekten.
Voordat u met uw bijzondere huisdier naar de praktijk komt, is een goede voorbereiding essentieel.
Vogels en bijzondere dieren zijn namelijk snel gestrest, zeker als ze niet gewend zijn gehanteerd en vervoerd te worden. Zorg daarom voor een geschikte vervoersbak of kooi, waarin het dier zich niet kan bezeren en zich enigszins veilig voelt. Dit laatste kan bijvoorbeeld bereikt worden door over het transportbakje een deken te leggen, zodat het dier minder ziet en hoort van de spannende reis naar de dierenarts.
Reptielen en amfibieën zijn koudbloedige dieren. Dit betekent dat zij hun lichaamstemperatuur niet zelf op peil kunnen houden, maar deze warmte uit de omgeving moeten halen. Daarom is het nodig om tijdens het vervoer een reptiel of amfibie te voorzien van een warmtebron, zoals een warmtemat, kruik of ander verwarmingselement. Hierbij moet wel voorkomen worden dat het dier zich brandt aan deze warmtebron, bijvoorbeeld door een doek om een kruik te leggen of door een verwarmingselement buiten tegen de vervoersbak te leggen in plaats van erin.
Omdat veel ziekten bij vogels en bijzondere dieren ontstaan door foutjes in de huisvesting, is het heel belangrijk zoveel mogelijk informatie daarover mee te nemen. Belangrijke informatie is bijvoorbeeld:
Ten slotte is het altijd heel belangrijk om zo vers mogelijke ontlasting mee te nemen. Microscopisch onderzoek van een ontlastingsmonster geeft een schat aan informatie, zowel bij zieke dieren als bij pas aangekochte dieren. Ook is het advies jaarlijks de ontlasting van uw reptiel of amfibie te laten onderzoeken om parasitaire infecties zo snel mogelijk de kop in te kunnen drukken!
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.